0

Terwijl man- en zoonlief onder de kerstboom een teruggevonden kanon in een gebutst kasteel van Fisher Price prutsen, lees ik mijn oude blogposts weer eens terug. Aan kanonnen en kastelen waag ik mij niet. Dat zijn herenzaken. Dus wat dan te doen op 1e kerstdag? En zo kom ik waar ik zijn wil, want een goede kerst verveelt. En verveling leidt je naar vergeten dingen. Niet altijd leuk, maar in dit geval wel. Er waren in de afgelopen weken zomaar een aantal mensen die ineens weer over mijn 101 doelen begonnen. Oja, dacht ik dan. En soms ontstonden dan hele mooie gesprekken, over dromen en verlangens en hoe onzinnig deze soms kunnen zijn. Het zet je op een spoor, het raakt de dingen waar het werkelijk om draait. Want over werkelijke dromen en verlangens, heb ik gemerkt, is het maar heel moeilijk praten, zelfs met hele goeie vrienden. Daar is wijn, schemer en uitgekiende timing voor nodig. En zelfs dan nog maken woorden en taal er vaak iets anders van.

Anyways, tot mijn eigen verbazing constateer ik dat ik min of meer onbewust op koers ben gebleven. Mijn 101 doelen zijn niet vergeten. Hoogstens tijdelijk genegeerd. Zo’n 20 doelen zou ik nu al kunnen afstrepen (u hoeft nog 20 stukjes van me tegoed). En andere doelen zijn nog altijd zo moeilijk als ze zijn, met nog meer redenen om ze te behalen, en dus nog genanter. En dus krijgt Remco Claassen (die me onlangs met al mijn collega’s het vuur aan de schenen legde over doelen en missies) toch een beetje gelijk. Op dit punt dan: schrijven doet onthouden. En bovenal, je weet nooit waar onzinnige dingen toe kunnen leiden.  Bij mij, en bij u.

Dus daar ga ik weer, met nog een pietsie koudwatervrees…

En ik begin met: ik wens u veel verveling, kerstkransjes en goede gedachten. Ter inspiratie.

ho-Ho-HO

Dolly doet het beter


3

In Rotterdam was het IMG festival gaande. Best een boel spektakel met keynote sprekers, workshops, exposities en wat al dies niet meer zij. Vriendin#1 noemt dat ‘kunstgedoetjes’. Waarmee ze duidelijk maakt dat ze, ook al doet ze mee, ze heus niet zo’n intellectueel is die iedere maand de punten telt van de kunstuitleen. Vriendin#2 noemt dat ‘feestje’ en neemt voor de zekerheid zelf een fles champagne mee. Waarmee ze glashelder duidelijk maakt waar de prioriteiten liggen als moeder met een vrije avond. Ik stond uberhaupt op standje-onbenul-en-hieperdepiep want na weken niezen en kuchen is een feestje best lastig te verwerken, hersensgewijs.
Samen met een heleboel anderen die wel wisten waar ze waren en waarom stonden wij gisteravond op een betonnen platje achter Studio Mwah.  Reuze gezellig. Tot we de studio uitgeschopt werden. Het eeuwige gehannes als je met veel mensen op pad wilt:

“Waar gaan we straks naar toe, zeg je? Roodkapje? Okee, dan ga ik vast mijn jas halen.” 
“O, iemand sms’t even of er daar iets te doen is, is goed, dan wachten we toch.”
“Wat zeg je? Niet naar Roodkapje? Waar gaan we heen dan?”
“Broodjes eten, echt, ik heb nog geen honger hoor. Ik heb nog bijna niks gedronken.”
“Moet ik dan op die nieuwe laarzen dat takke-end lopen? Mijn voeten doen zeer. En mijn sokken zitten dubbel.”
“Nee, ik doe ze echt niet uit hier, ben je gek?!”
“Okee, naar Rotown, ja dat kennen we wel. Zullen wij dan alvast…”
“O, ga eerst je fiets maar halen dan.”
“Ja, en jij gaat eerst pinnen, is goed. Wij wachten hier wel even.”
“Wie zijn die jongens eigenlijk? O, die gaven het feestje, zeg je. Woeps.”
“Moet je nu plassen? Zeg, we staan hier al een half uur te wachten. Jaja, we wachten nog wel even door.”
“Ik doe mijn jas weer uit hoor.”
“Wat zeg je? Gaan we nou niet meer naar Rotown?”
“Ja, kan mij het wat schelen of het niet hip is. Hebben ze er wijn?”
“Dat bedoel ik. Kunnen we? Ja?”

Uiteindelijk stonden we dan toch grotendeels allemaal voor de ruiten van Rotown. Binnen was het warm, maar binnen was geen asbak en dus bleven we massaal buiten. Met honger, want het was best ver lopen zo middenin de nacht. Ik was er blijkbaar ietwat saggerijnig van geworden. En de mensen deden min of meer dit:

“Jij bent dus echt wel de hele tijd aan het nietroken he.”
“Heus wel, ik zie het aan je. Je walmt! Van het nietroken!”

Ik rookte er drie. Het was niet vies, het was heel lekker. En toen werd het wederom weer heel gezellig.
Vandaag ben ik weer gestopt. Heus. En zend ik bij deze virtuele evil eyes naar mijn evil friends. Want het is hunnie schuld. Dus.

Pomtiedom.


1

Echt al eeuwen geleden startte ik het doel ‘Kook om de andere dag en maak je lief blij met een rups in de pan‘. Tja, wat zal ik zeggen… Er zat een vakantie tussen. En een weekend. En de pee. Dus een maand duurde maanden en echt om de andere dag is het nooit geworden. Zo gaat dat met (mijn) goede voornemens. En zo gaat het ook vast met de uwe. Maar ik kook toch beduidend vaker dan voorheen. En vooral met meer inspiratie. En ergens was er een week van non-stop-koken.Vandaag was het sluitstuk van doel nummero 29:

‘Wat eten wuheiglijk?’ vroeg snipverkouden man met dikke neus aan tafel.
‘Wacht even, ik drapeer even wat honing over deze geroerbakte maatgesneden wortelschijfjes’  zei ik geconcentreerd.
‘Lusikniet’ zegt zoonlief.
‘Heus wel’ antwoord ik optimistisch. ‘Kijk, van deze runderreepjes in gemberketjapmarinade kun je hele mooie wenkbrauwen maken. En die perfect al dente noodles lijken zo wel een neus. Is dat niet lekker?’
‘Waar is de sambal?’ snuift manlief.
‘Alstublieft’ multitask ik terwijl ik zoonliefs bord serveer onderwijl sambal lepelend op manliefs bord.
‘Smaaktgoe-oe-oe-hatsjoe’ niest manlief.
‘Eet smakelijk’ zeg ik toch maar.

En verwonderd kijk ik naar mijn eigen creatie. Zo zag het eruit:

Ik kookte een groente die ik nooit eerder at, amsoi, zonder recept, en vond het nog lekker ook. Missie geslaagd. Weer 2 euro in de pot.

Nu is alleen mijn vraag: wat in hemelsnaam te doen met een impuls-bio-organische pompoen? Is daar uberhaupt iets lekkers van te maken? Ik houd mij aanbevolen voor uw familierecept.