2

“Zeg, moeten we niet eens bedenken waar we nu naar toe willen.”
“Mmmm.”
“We gaan toch over een paar dagen op vakantie?”
“Mm-mm.”
“We wilden gewoon iets simpels toch? Niet te duur, niet te ver. Naar de Wadden ofzo…”
“Oja, da’s waar. Met het caravannetje.”
“Best een goed plan toch?”
“Maar met het Otje duurt het alsnog uren voordat we aankomen.”
“Met de tent dan?”
“Begin september op de Wadden? Het regent waarschijnlijk pijpestelen!”
“Ik heb dus echt geen zin in wekenlang klamme bedden en de geur van modder.”
“Nee, hallo, het is wel vakantie.”
“In een huisje dan?”
“Kunnen we doen. Ja, laten we dat doen, maar dan niet te ver.”
“Nee, Duitsland ofzo. Net over de grens.”

[duizenden online vakantiehuisjes later]

“Dit is echt het leukste huisje. Met zwembad in de buurt. En niet eens zo duur, kijk er zit een gratis afwasborstel bij de inventaris.”
“Boeken dan maar?”
“Wacht eens even: daar regent het ook.”
“Gatver… Daar heb ik dus echt-echt geen zin in hoor.”
“Ja hallo, waar dan? Pak die weerkaart er eens bij.”
“Hier! Hier schijnt de zon.”
“Okee, Zuid-Frankrijk dan, zoek jij dan net zo’n huisje maar dan daar?”

[honderden online vakantiehuisjes later en midden in de nacht]

“Nou dit moet het dan maar worden hoor.”
“Mmm, nog best duur…”
“Ja hallo, zoek jij dan wat! Ik word gek van al de sites, de een is nog stommer dan de ander.”
“Okee okee, ik klik al. Kijk, geboekt.”
“Fijn, zijn we daar vanaf.”

[volgende ochtend]

“Zeg, over dat huisje…”
“Wat is daarmee, is toch goed zo?”
“Jawel, maar als we goedkoop en simpel wilden, niet te ver, bij voorkeur aan zee…”
“Ja?”
“Waarom zitten we dan in een huisje in de bergen ver weg?”
“Eh…”
“Wilden we niet gewoon kamperen?”
“Shit.”

[verhitte telefoongesprekken met de reisorganisatie later]

“Geboekt is geboekt, online reizen zijn de enige online aankopen die je niet terug kunt draaien!”
“Belachelijk!”
“Eerst maar een weekje met de tent weg dan maar?”
“En dan daarna lekker het huisje in! Met die klamme slaapzakken!”
“Ja! Want misschien gaat het wel regenen, joepie.”


2

Ik wist zeker, heel zeker, dat ik nooit auto zou rijden, kinderen zou krijgen of anderszins te vertrutten. Het waren de eighties en de televisie was het stomste vermaak dat er was. Vond ik dan. Uit huis verbannen wegens die eerste stiekeme sigaretten liep ik ‘s avonds eindeloos rondjes door de buurt, met zelfgetapete bandjes in een walkman zo zwaar als een baksteen. Niks te beleven behalve dan de eindeloze rij huiskamers waarvan de gordijnen altijd open waren. Huis na huis, raam na raam zag ik gevuld worden door Loekie de Leeuw en de Honemoon Quiz. Angstaanjagend vond ik dat. Ik was zeventien, dan heb je dat. Mijn puberhormonen vonden toen alleen Ray Cokes  leuk.

Daarvoor had ik een aantal jaren wel gelukzalig televisie gekeken. Zelfs nu nog kan ik de tune van Domo-vla op elk gewenst moment  voor u opdreunen. V was het spannendste dat ik zag. Of nee, dat moet toch de Zevensprong zijn geweest.  Maar ergens in die pubertijd heeft het idee dus in mij postgevat dat televisie een ietwat gevaarlijke vorm van vermaak is. Het slurpt je op. Het stopt je denken. Het is snel te veel.

Vandaar dat ik min of meer gedachteloos doel nummero 100 op mijn lijst zette: een week lang geen televisie kijken. Bij nader inzien soooo eighties. Hier in huis kijkt eigenlijk niemand van boven de drie echt naar de televisie. Okee, de Lost-avonden uitgezonderd. Verder staat het ding maar een beetje op de achtergrond geluid te produceren terwijl driftig op toetsenborden wordt getypt. Ik vraag me ineens eigenlijk af waarom we uberhaupt zo’n groot ding in de woonkamer hebben staan. Ik vermaak me online nog altijd diezelfde baby, met muziekjes en indrukwekkende documentaires: ik kan u allen Surprising Europe aanraden!

Wat ik met doel nummero 100 eigenlijk wilde ervaren was een week lang verveling: geen gemakkelijk vermaak op ieder gewenst moment van de dag, maar de eigen hersens laten kraken. Zoals we zoonlief moesten leren zichzelf langer dan een kwartier te vermaken, zo vrees ik soms dat zelf verleerd te zijn.

Doel nummero 100 wordt dus bij deze herijkt: een week (of twee) geen beeldscherm. Niet alleen geen televisie, vooral ook geen youtube, wordpress, facebook, funda, uitzendinggemist en al dat andere leuks online.

Whoe, ik lijk wel gek… (een moment valt nog nader te bepalen)


2

In het kader van doel nummero twee, typ een brief aan je jezelf om te openen na 1001 dagen, verstuurde ik vanochtend een bericht. Er zit 2 euro extra in de pot, katsjing… Over heel veel dagen wordt de e-mail bij me bezorgd. Met dank aan www.FutureMe.org. Wel 1.187.596 brieven zijn via deze site de toekomst in gestuurd en een deel hiervan is door u en mij te lezen. Hilarisch! Ik citeer:

  • ‘If you haven’t won Cassie over by now, then I swear I am gunna slap you!’
  • ‘Its probably best to not speak to friends unless you are spoken to or there is something really important for you to say’
  • ‘You ask her to marry you on Monday the 16th. Let the chips fall where they may’
  • ‘I hope by now u have become the vicar u wanted to be and can tick off your list of items the following: a campervan, a cow, a minibus, a pigmy goat
  • ‘Are you a millionaire yet?’
  • ‘The baby is due in 2 days and we are really excited. Hope you are still doing good, and baby and Sonia too. Did we get a shotgun yet?’
  • ‘Well, I just got a letter from here, but I have no clue what it said, because I deleted it way to fast. So I’m starting over’

Het is een reuzepopulair doel onder veel day-zero-projectmensen en het lijkt leuk, zo’n brief om te openen na 1001 dagen. Kan ik mezelf hartelijk feliciteren met de behaalde doelen. Hiephiep. Maar al tiepende werd ik er zowaar een beetje bang van. Een brief aan jezelf schrijven is een brief in drievoud laten ondertekenen met een stempel van de koningin erop. Gevoelsmatig dan. Het is een Stok Achter De Deur. Met stekels in wording. Ik heb dan ook besloten de brief niet te openen op mijn verjaardag in 2013, maar gewoon na 1001 dagen. Misschien ben ik namelijk wel heel zielig, na het lezen. Klingkling, al die dromen in scherven… 

Hoe dan ook, in mijn brief in ieder geval niets over een shotgun of pigmy goat. Dat scheelt.